In de auto ben ik niet zo’n geduldig mens. Ik zit regelmatig hardop te schelden tegen medeweggebruikers die naar mijn mening te langzaam optrekken voor een groen licht of andere fouten maken. Op een ochtend breng ik mijn zoon naar de kinderopvang waar hij meteen in een Little Tikes speelautootje stapt. Er zijn al een paar andere peuters met autootjes en fietsjes in de weer in de grote hal. Ik sta nog wat te praten met de groepsleiding als ik mijn zoon in zijn autootje luid en duidelijk tegen het kind voor hem hoor zeggen: ‘Doorrijden, eikel!’ En ik besluit met het schaamrood op mijn kaken voortaan mijn mond te houden als hij bij mij in de auto zit.