Van je kinderen moet je het hebben.
Ik (56) ben met mijn zoon (22) Boggle aan het spellen. Een spelletje dat ik vroeger altijd won, maar tegenwoordig is dat niet zo zeker meer.
Ik: ‘Ik ben al op mijn retour.’
Zoon: ‘Gelukkig is dat voor jou niet zo'n lange weg terug.’