Elke maandag maak ik met mijn vriendinnen veel fietskilometers en trappen dan op natuurkracht stevig door.
Ik fiets op een zomerse zondag over een twee breed tegelpaadje op de dijk langs de Zweth in Delft achter een mevrouw. Tjongejonge, ze gaat héél slow, pfff. Ze is zeker bang om te vallen.
Ik roep achter haar: ‘Ach, mevrouw als u valt, ziet u wel waar u terecht komt.’
Direct schiet mijn voorband tussen twee tegels in, loopt vast en ik duikel zijwaarts met mijn fiets, hupsakee zo de Zweth in. Ik ga koppie onder en mevrouw trapt rustig door. Ikke, voortaan maar een toontje lager zingen…
Ik roep achter haar: ‘Ach, mevrouw als u valt, ziet u wel waar u terecht komt.’
Direct schiet mijn voorband tussen twee tegels in, loopt vast en ik duikel zijwaarts met mijn fiets, hupsakee zo de Zweth in. Ik ga koppie onder en mevrouw trapt rustig door. Ikke, voortaan maar een toontje lager zingen…