Pas woonachtig in Deventer reden mijn vrouw en ik met onze zonen achterin de auto naar het centrum. Onderweg passeerden we de Bokkinhang, het hoerenstraatje. Felgekleurd licht, wenkende vrouwen in bikini’s in etalages, de jongens keken hun ogen uit. We probeerden uit te leggen wat prostitutie was. Twee weken later ging ik een boodschap doen in de stad en vroeg ik of mijn jongste van vier zin had om mee te gaan. Hij twijfelde, maar toen ik zei dat we weer door dat straatje met al die gekleurde lampen zouden rijden, ging hij mee. Bij terugkomst vroeg mijn vrouw hem of het leuk in de stad was geweest. ‘Ja,’ antwoordde hij, ‘we zijn weer door papa’s straatje gereden.’