Daklozen, zwervers, we leren elkaar kennen. De mijne heet Ivo. ‘Mevrouw mag ik u iets vragen?’, is zijn beginzin. Als je ‘nee’ zegt is het ook goed. In coronatijd werden de straten stiller en onze band inniger. ‘Mevrouw, mag ik u iets vragen’ en dan liet ik hem winkelen en wachtte bij de kassa met mijn pasje en in gedachten een maximum. Dat heeft hij nooit overschreden. In zijn mandje gezonde calorierijke producten. Soms loopt hij op straat heel boos en hard te praten, tegen niemand. Dan roep ik zijn naam en maken we een praatje. Ik geniet van zijn zorgvuldige en unieke taalgebruik… Straks gaat de belastingdienst ons nog als een economische eenheid aanmerken!