Als apotheker in het boeiende centrum van Rotterdam ben ik wel wat gewend. Ook ná sluitingstijd. Dus die vrijdagmiddag dat er een man met een woeste baard en een smoezelig overhemd op onze glazen voordeur bonsde, verontrustte mij niet. Ik kende hem wel, zo liep hij er altijd bij. Hij bleef echter bonzen. ‘Spoedrecept!’ riep hij.
‘We zijn gesloten!’ riep ik.
‘Spoedrecept!’ bonsde hij, ‘spoedrecept!’ En hij drukte het receptpapiertje tegen het glas. Ik las het en begreep het. Het gewenste middel was ‘Viagra’.