Als huisarts breng ik een bezoek aan een 92-jarige vrouw die bij haar dochter en schoonzoon inwoont. Onlangs is ze onderzocht op de geheugenpoli en er blijkt sprake te zijn van flink gevorderde dementie.

‘Vooral haar korte termijn geheugen is heel slecht, dokter’, zegt dochter. Ik vraag moeder of dat klopt.

‘Ik weet nog best wie hij is’, merkt ze op, wijzend op haar schoonzoon.

‘Ja, uw lange termijn geheugen is nog goed’, antwoord ik.

Dan zegt ze: ‘Maar vanochtend wist ik het ook nog hoor!’