Na een lange avond in mijn favoriete kroeg wordt mijn accent onvermijdelijk hoorbaar. Tegen middernacht bestel ik dan ook een ‘cooola’.
De barman kijkt op en zegt: ‘Uit het oosten?’
‘Ja, uit de Achterhoek.’
‘Ah, bij Enschede, in Twente!’
Ik grijns en antwoord: ‘Weer zo eentje: hi-j hef de melk heuren klotsen, maor wet neet woor 't titje hunk.’
Hij kijkt me vragend aan.
Ik voeg er maar aan toe: ‘Bij Enschede de hoek om en dan een uurtje doorrijden.’