Ik zat in de trein van Zwolle, negen tussenstops, naar Emmen op weg naar mijn geliefde in 2e Exloërmond. Anderhalf jaar geleden had ik nog nooit van deze plaats gehoord. Soms heb ik als ik in Emmen aankom kaakkramp van het glimlachen. Asielzoekers nemen deze eindeloos stoppende trein op weg naar Ter Apel, ik wil ze een welkom gevoel geven. Deze treinreis was er niemand om naar te lachen. Op de banken naast me zat een oude Drentse man die met zijn transistorradio praatte. Hij had het draadje van de antenne aan het bagagerek vastgemaakt voor een betere ontvangst. Zijn gesprekken met de verslaggever waren geanimeerd. Toen hij in Gramsbergen uitstapte glimlachte ik naar hem, hij zag het niet.