Ik ben op verjaarsviste bij mijn meer dan vergeetachtige bejaarde schoonvader.
Hij woont sinds enkele dagen ‘op kamers’ in een gesloten zorginstelling. Na zijn ouderlijk huis pas het tweede adres waar zijn bed ooit stond.
Ik zeg hem bij het begroeten: ‘Zo, wat heeft u hier een mooie versierde kamer!’
Waarop hij, met een verwachtingsvolle blik, mij stralend antwoordt: ‘Als je hem zo mooi vindt, zullen we dan ruilen?’