Vader en kind staan bij de queer-boekenkast.
‘Maar lieverd, dat weet ik toch allang? Je hebt die regenboogvlag aan je muur hangen. Al die boeken die je leest en de series die je kijkt.’
Kind begint luid te snikken.
In de meeste situaties probeer ik als boekverkoper klanten het passende boek aan te reiken. In dit geval kan ik alleen onbeschreven papier bieden: een tissue.
Kind snuit de neus. Vader kijkt van kind naar mij en zegt:
‘Goh, wat een boekwinkel dan ineens al niet kan losmaken, hè?’
Die middag gaat er geen boek mee naar huis. Wel rekent vader een klein borstspeldje af, met daarop de regenboogvlag.