Ik werk met mijn grote broer in de bakkerij, een klant vraagt of ik nog van die lekkere roombotercroissantjes heb. Ik besluit de ijskoude vriezer in te gaan om te kijken of we een voorraad hebben. Ik zie de kartonnen doos en wil het aan de klant vertellen, maar ik krijg de deur van de vriezer niet open. Ik bonk zo hard mogelijk tegen de deur aan, niks. Ik schreeuw naar mijn broer, ik heb claustrofobie. Ik denk dat mijn broer de deur dicht houdt en me in de maling neemt, ik bonk nog één keer tegen de deur en hij gaat open. Mijn broer was nergens te bekennen.
Toen zag ik dat het lampje van de vacuümzuiging aanstond.