Als deelnemer aan een landelijk prostaatonderzoek ging ik naar een halfjaarlijkse controle.
De arts van dienst, ik kende haar al van vorige gelegenheden, begroette mij vriendelijk en we praatten wat over koetjes en kalfjes.
Iets later, ik lag inmiddels erg ongemakkelijk op mijn zij en met zweetdruppels op mijn voorhoofd, zette ze het gesprek gemoedelijk voort en vroeg, met twee vingers zeer, zeer diep tussen mijn billen: ‘Heeft u nog vakantieplannen?’