De schooldag is net voorbij, tijd om naar huis te gaan. Ik stap mijn bus op en word gebeld door mijn oudere stiefbroer. Ik neem niet op. Kort daarachter belt mijn broer, deze keer neem ik wel op. Mijn broer is in paniek en vertelt me om naar een blauwe auto te komen op het station. Hij zegt niet wat er aan de hand is. Op het station zie ik hem naar me toe lopen. Hij vertelt dat mijn jongere stiefbroer een ongeval heeft gehad en in het ziekenhuis ligt. In de auto zit mijn oudere stiefbroer ook in paniek. Thuis is iedereen druk bezig en dan kom ik erachter dat mijn stiefbroer in coma ligt.