Tijdens een surftrip in Nazaré besluit ik de legendarische golven te trotseren. Ik zie een gigantische golf komen en besluit hem te pakken.
Het lukt me niet om op te staan, dus blijf ik maar plat op mijn plank liggen.
Ik denk dat ik veilig ben, tot mijn broer, die wél de golf goed heeft genomen en rechtop staat, met volle snelheid op me afkomt.
Zijn plank boort zich recht in mijn gezicht. Na een wilde rit en een hoop gespetter kruip ik uiteindelijk het strand op, tast met mijn tong langs mijn mond en vraag lachend:
‘Mama, zijn mijn tanden weg?’