Nog snel even naar de winkel fietsen; winkel dicht. Gauw doorfietsen naar de volgende; ook dicht. Ik spring weer op de fiets, ligt er een felroze punaise, lekke band. Dan maar met de benenwagen, de bocht om en dan toch even de oude vrouw voor laten gaan. En ja hoor; brug open. Als de donder naar de laatste winkel, wederom, dicht. Maar daarginds loopt net de winkeleigenaar nog, eventjes aanspreken, ik vraag of hij zijn winkel nog een telletje voor mij wilt openen. Ik bedank hem hartelijk en loop gauw naar het schap. Uitverkocht.