Fietsen
De eerste schooldag zit erop. Evie wil samen naar de stad. Leuk, maar ze vergeet dat ze waterpolo heeft. Mijn fietsmaatjes zijn ondertussen vertrokken. Geeft niets, ik neem de kortere route. Pech: weg opengebroken! Omfietsen dus. De brug staat open. Fietst oma daar? ‘Kom gezellig mee’, roept ze. Helemaal de verkeerde kant op, maar inderdaad gezellig. Nu moet ik nog verder fietsen. Voor het eerst alleen, dus natuurlijk fiets ik verkeerd. Eindelijk kom ik thuis. Nee hè, geen sleutel, niemand thuis. Gelukkig heeft de buurman een reserve. Binnen hangt mijn sleutel. Aan de deurklink. Ik stal mijn fiets en breng de reservesleutel terug. Uitgeput plof ik op de bank. Mama komt binnen. ‘Kan ik je helpen, lieverd?’ Te laat.
Eva