’s Ochtends sta ik te wachten op mijn vriendin, Emma, aan het station. Ze komt me halen met de auto om samen naar school te gaan. Wel vaker rijdt onze dagelijkse trein niet. De enige beschrijving die ik krijg van de auto is dat het een Volvo is. Ik wacht in de frisse ochtendlucht, een auto stopt voor mijn neus, zoals verwacht een Volvo. Ik neem de autodeur vast en merk op ‘Jij bent Emma niet.’