De grote roldeur gaat open en er komt een slagerachtig figuur tevoorschijn. Hij overhandigt de dichtgeknoopte vuilniszak waar ons ‘kadaver’ in zou zitten, zoals de dame achter de balie het noemde. Ik maak de zak open om Fender terug in zijn eigen mandje te leggen. ‘Binnen 14 dagen ontvangen jullie de uitslagen’, zegt de man met het witte schort en hij stapt weer naar binnen. Mijn ogen gaan naar mijn kat en dan naar de vuilniszak. Ik probeer me te herinneren waarom we ook alweer voor een ‘cosmetische autopsie’ hadden gekozen.
Ah ja, ik weet het weer. Dan kun je nog waardig afscheid nemen.