Een jonge moeder, tiener nog, gezicht verscholen in de faux-bontkraag van haar jack, een knik in de heupen bij het gehaast lopen achter een veel te grote kinderwagen, vallend bijna!
Ze kruiste mijn blik op onregelmatige tijdstippen, meestal in de late middag, soms een paar dagen achtereen, daarna weer weken van afwezigheid.
Tien maanden later leek haar kinderwagen in proportie, maar het was haar postuur, rechtop nu en zelfbewust, niet langer die schichtige spoed.
Onderhand gaat haar zoontje al een jaar naar school. Zij brengt hem om 8 uur 47 en haalt hem ’s middags op. Zij kijkt dan telkens schielijk naar mijn raam en glimlacht even.
Wat zal ze denken, wanneer de jaloezieën bij mij gesloten blijven?