Tijdens de vakantie had ik met een vriendin afgesproken. Omdat we ons verveelden, besloten we een fietstocht te maken. Helaas had ik maar één fiets, dus ging mijn vriendin achterop zitten. Samen fietsten we door de straten, langs huizen, winkels en voorbijrijdende auto’s. Na een tijdje kregen we honger, want het was al geruime tijd geleden dat we iets hadden gegeten. Daarom gingen we naar een winkel en kochten we iets om te eten. Op de terugweg moesten we een smal pad volgen dat naar beneden liep. Terwijl we naar beneden fietsten, verloor ik mijn evenwicht, waardoor we allebei vielen. Ik belandde in een struik, en mijn vriendin vloog over het stuur en viel op de grond.