‘Ik kom u zo snel mogelijk halen,’ zeg ik tegen de oude man met de pet in de wachtkamer.
‘Dat zei u net ook!’
‘En toen was het even waar.’
Een jonge vrouw staat op en glimlacht verontschuldigend, alsof het haar schuld is dat zij eerder aan de beurt is.
‘Alsof ik niks beters te doen heb dan wachten’, moppert de man.
Ik ga mijn volgende patiënte voor naar de spreekkamer, waar ik net gehuild heb samen met een jonge vrouw die ongeneeslijk ziek is en drie kinderen achter gaat laten.
Zij had graag willen wachten.