De taalklas waar ik werk is een heerlijke mengelmoes van leeftijden, kleuren, culturen en talen. Dat die verschillende talen soms dezelfde woorden hebben, vinden mijn leerlingen steeds weer een fantastische ontdekking. Zo kennen al mijn leerlingen het woord ‘kiwi’, en springt een Turks jongetje enthousiast overeind als we het woord ‘ambulance’ leren. Als we Nederlandse woorden oefenen, vraag ik soms aan de kinderen wat dat woord in hun thuistaal is. Zo vraag ik aan een Irakees jongetje, een zevenjarig boefje met lichtjes in zijn ogen, wat het woord ‘spin’ is in zijn taal. Vol overtuiging antwoordt hij: Spiderman!