De aarde onberoerd.
Wij schoffelen niet. Groensel tussen de tegels krijgt een kans, tot het blauw ziet van campanula, geel van biggenkruid, zomaar op ons pad. Borders geven bedding aan wat wil: na narcissen, tulpen, openen zich de rozen, geurt de sering, wuiven de anemonen. Hortensia’s kleuren roze, blauw. Een enkele maal de schaar erdoor, ruimte maken voor zoveel groenen, geel, rood blad, wat later voedsel is voor ons stukje aarde, waar merels pikken naar pieren. Vlindergefladder alom… en bijen, bijen. Lijsters slaan slakkenhuizen tot kalk, egels rommelen rovend rond, om de wespenorchis.
Onberoerd.
Onze tuin is ín!