Ik wandel langs onschuldig ogend water, waar weinig gebeurt. Een eend of twee zijn wat aan het redderen met riet en langs de kade staan pijpen die te oud zijn om nog stoom te blazen. Het is dat het nog lang geen lente is, maar anders had ik graag mijn kleren uitgetrokken. Zou ik naakt ook zijn getroffen door de borden langs de kant? Ze waarschuwen voor sterke stroming, maar het water oogt zo glad. Ik gooi mijn zorgen op het oppervlak en wacht, loop na een poosje toch maar door. Die eenden dreven ook niet weg.