Ik heb sinds kort een vouwfiets en haast me naar de trein. Wanneer ik wil instappen klinkt het schrille fluitje al. Ik betwijfel of ik de logge fiets tijdig de trein in krijg en besluit de volgende te nemen.
Al snel staat het perron bomvol bont uitgedoste mensen; velen op wandelschoenen, anderen met zwaarbepakte fietsen aan de hand, allen op weg naar de Nijmeegse Zomerfeesten. Terwijl ik me afvraag of er wel plek is voor mijn vouwfiets, spreekt de hoofdconducteur me aan: ‘Gaat u ook met deze trein?’ Ik knik en kijk hem nieuwsgierig aan. ‘Wilt u me helpen door in de eersteklas te gaan zitten?’ Grijnzend sjouw ik de vouwfiets de paradijselijk lege eersteklas in en plof er neer.