‘Oh, heerlijke kleindochter’, verzucht ik terwijl ik Linde haar pyjama aantrek. ‘Ik bén geen kleindochter! Ik ben groot.’ ‘Jij bent mijn grote kleindochter en Jente is mijn kleine kleindochter.’ ‘Maar ik ben géén mens!’
Daar hadden we het eerder over.
‘Jawel, jij bent ook een mens.’ ‘Nietwaar!’ reageert ze fel. Ik leg uit. ‘Papa’s en mama’s zijn mensen, opa’s en oma’s zijn mensen en ook kinderen zijn mensen. Kinderen zijn kleine mensen en papa’s en mama’s zijn grote mensen.‘ ‘Ik wíl geen mens zijn!‘ ‘Wil je graag kind zijn?’ ‘Ja!’, en heel zachtjes terwijl ze me aankijkt: ‘Mens worden, dat gaat vanzelf oma.’
Ik sla mijn armen om haar heen en til het mensje op. Tijd voor een verhaaltje.