De conductrice beweegt zich opgewekt door de trein. Ze heeft een staart in haar haar en draagt een grappige witte bril. En ze is vooral vrolijk. ‘Wat kijkt u blij’, zeg ik als ze onze kaartjes controleert. ‘Ik bén ook blij,’ antwoordt ze, ‘ik ben onderweg naar huis.’ Monter loopt ze door naar de volgende reizigers. Iets verderop steekt een hoedje vol eendjes boven de bank uit. Als ze bij de eendjes aankomt, draait ze zich naar ons om. ‘En hier word ik ook heel blij van,’ roept ze. Wanneer ik uitstap zie ik onder het hoedje een jolig hoofd met rossig haar. Gek genoeg doet het me aan keizer Wilhelm II van Duitsland denken, maar dan zonder snor.