Ik ben de vijftig gepasseerd, dus het lijf kraakt en is stijf na stilzitten. Maar wanneer ik skeeler, beweeg ik soepel. Mijn rondjes door de buurt over lange fietspaden zijn als meditatie. Op een warme dag (korte broek, licht grijzend haar in een staart), hoor ik een auto naast me vaart minderen. In de VW Golf zitten twee jonge jongens. Het raampje is omlaag en de bijrijder wil net iets tegen me zeggen, totdat ik mijn hoofd naar links draai. Ik zie de ontzetting in zijn ogen. ‘Gas!’ roept hij. Mijn dag kon niet meer stuk.