Voor ons vaart een oud riviersleepbootje, met aan het roer een opgeschoten jongen. Een prachtig houten, goed onderhouden bootje. Het heeft nog steeds behoorlijk wat kracht want het sleurt twee jongens op een enorme opblaasband achter zich aan. De band planeert op de hekgolven, de jongens stuiteren op de band. ‘Zo wil je opgroeien’, zeggen wij. Het ziet er paradijselijk uit. Tot het kapiteintje begint te vapen en met zijn mobiel in de weer gaat. Het paradijs is ook niet meer wat het geweest is.