In een vakantiehuis op het platteland hebben we te maken met veel dikke, zwarte bromvliegen. Tijdens het koken probeer ik met een theedoek deze vieze beesten uit de lucht te slaan. In de hoop een vlieg te raken, sla ik mezelf terwijl ik rustig een boek lees. De verhuurders hebben vallen klaargelegd: slingers met een glibberige, zoete substantie, waar de vlieg op afkomt en vervolgens geen kant meer op kan. Na een dag vol frustratie jegens de vliegen, hang ik het huis vol met de vallen. De volgende ochtend zet ik een bak koffie, loop richting de tuin, recht in een van de slingers. Daar hang ik, midden in de woonkamer. Ik kan geen kant meer op.