Ik ben, in de jaren ’80 van de vorige eeuw, een nieuwkomer in een land waarvan ik de taal nauwelijks spreek. Ik doe mijn best, leer iedere dag nieuwe woorden, maar het valt niet mee. De google-vertaal-app is nog verre toekomstmuziek. In de omgang met onze niet-Engels sprekende keukenprinses leidt mijn gebrekkige talenkennis soms tot hilarische situaties. Even genoeg van alle dagen rijst vraag ik haar, op mijn beste Indonesisch, om kenteng-goreng klaar te maken. Ze kijkt me met grote ogen aan, pakt mijn hand en neemt me mee naar buiten. Wijst omhoog en vraagt, hikkend van de lach, welke dakpan zij moet bakken. Dat kenteng dakpan betekent en kentang aardappel ben ik nooit meer vergeten.