Op m’n ochtendwandeling langs de Utrechtse singels roept een man zijn loslopende hond: ‘Bonnie, Booonie. Boooonie!’ Op straat draait een man in een witte schildersoverall zich om: ‘Ja? Wat is er?’
‘Hè?’, vraagt de man met de hondenriem. ‘Ik dacht dat je me riep.’ antwoordt de schilder. ‘Nee, ik riep m’n hond.’ De schilder: ‘Hoe heet je hond dan?’ De man, die nu de hond aangespt: ‘Bonnie.’
De schilder draait zich naar mij: ‘Haha, Ik dacht dat ie mij riep! Ik heet Ronnie.’