Ik zit met mijn driejarige kleinzoon aan een tafeltje op een terras. Hij bestelt chocolademelk met slagroom en krijgt die geserveerd in een hoog glas met een lange lepel erbij.
Ik pak de lepel, houd die rechtop in mijn hand en zeg: ‘Zó is de lepel verticaal.’ Ik leg de lepel op het tafelblad en zeg: ‘Zó is de lepel horizontaal.’
Mijn kleinzoon luistert geduldig naar me, pakt de lepel, zet die schuin tegen het glas en zegt resoluut: ‘En zó is het een glijbaan.’