Bij station Hoofddorp stap ik uit bus 300. Even later zit ik in de Sprinter naar Amsterdam. Automatisch zoek ik in mijn jaszak naar mijn mobiel. Niets. Mijn hart begint te bonzen. Waar kan ik hem kwijtgeraakt zijn? In de bus natuurlijk. Hij moet uit mijn zak gegleden zijn. Dan ligt hij dus op de voorste bank.

Op Schiphol stap ik uit. Ik ren naar de bushalte. Daar komt bus 300 net aan. Nog voor iemand heeft kunnen uitstappen vraag ik de chauffeur of er een telefoon gevonden is. De chauffeur schudt zijn hoofd. Een passagier grijpt naar de voorste bank en houdt mijn telefoon omhoog met de woorden ‘bedoelt u deze?’