Ik stond op het strand.
Het was het midden van de nacht.
De maan verdween langzaam.
Terwijl ze verdween keek ik naar haar.
Ik stond op uit het zand op het strand,
en ging zitten op een stoel.
Ik begon gitaar te spelen, en mensen begonnen
naar me te kijken,
naar me te kijken.
Ik stopte met spelen
en keek op naar de lucht.