Ik geef taalles aan een Syrische vluchteling. Ik vraag hem of hij vanochtend het nieuws had gevolgd. Nee, dat had hij niet. Rusland, Oekraïne? Nee, er ging geen belletje rinkelen. Ik vertel hem over de oorlog en het geweld. Moeilijke Nederlandse woorden. ‘Geweld’, vraagt hij, terwijl hij me niet begrijpend aankijkt. ‘Is dat van ‘geweldig’?’