Met een goede vriendin: supergezellig. Met een onbekende: te doen. Maar met je nieuwe baas? De hel. Ik vervloek de dunne wanden van dit hokje die niet tot de tegelvloer doorlopen en neem me voor om nooit meer zoveel te drinken tijdens een vergadering.
In de voorstelronde vertelde ze dat ze vleugelpiano speelt. Dat is duidelijk te merken. Haar straal is muzikaal. Ik veins een hoestbui, loos een liter rooibostheeplas en knijp uit alle macht mijn bekkenbodemspieren weer samen. Zij tinkelt ritmisch een toonladder omhoog en sluit af met een loepzuivere drup.
Mijn blaas jammert. Het blijft stil.
‘Trek door’, bid ik.
Naast me ontsnapt een zo te horen zeer lang ingehouden scheet op melodieuze wijze. Ik laat alles lopen.