Daar lag ik dan, met enkel een tochtig operatiehemdje om het zieke lijf.
Ik blikte omhoog. Ik was bang. Vanachter het operatiesnuitje klonken de woorden: ‘Ik ga u eerst lekker dronken maken, daarna maak ik u helemaal weg. U merkt er niks van. Maar wij houden u in de gaten hoor.’
Ik was er niet helemaal gerust op. Ik vroeg wat als ik in een donkere tunnel terecht kwam met aan het einde een groot licht. De dokter liet weten dat nog nooit van patiënten gehoord te hebben. ‘Maar mocht u toch licht zien, waarschuw me dan.’Daar ging ik.