In de jaren ’70 werkte ik als kleuterleidster. Op een verjaardag dacht ik: ik breng iets nieuws, een piñata. Een kleurig voorwerp vol verrassingen. Vaste prik op kinderfeesten in de Caraïben en Zuid-Amerika. Geblinddoekt mocht een kind met een stok het opgehangen voorwerp openbreken. Ik had een grote vogel van karton versierd met kleurig crêpepapier. Niemand durfde geblinddoekt te worden. Na lang soebatten stond een jongen op. Ik bond het doek voor zijn ogen. Gaf hem de stok. Na een paar flinke tikken brak de vogel open.
Snoepjes, fluitjes, knikkers, sleutelhangers, vlogen uit de vogel. De kinderen raapten alles op.
Op de feesten die volgden, stonden de kinderen in de rij om geblinddoekt te worden.