Die zondagmiddag besloten we om met het gezin van mijn vriendin vanuit Utrecht een theekoepeltocht langs de Vecht te fietsen. Onderweg rolden we van de ene verbazing in de andere. Theekoepels, klein, groot, nog groter, rond, zeshoekig, achthoekig, op het water (motorbootje eronder), in het water, het hield niet op. Na ruim anderhalf uur streken we neer aan de voet van molen ‘De Ruiter’ nabij Vreeland en terwijl mijn schoonmoeder broodjes uit haar fietstas tevoorschijn toverde, gleed de blik van mijn schoonvader langs een van de wieken naar boven en mompelde: ‘Als je niet beter wist zou je zweren dat dit een molen is.’