Net als we in het theater in lachen uitbarsten, staat onze zoon van 16 op en baant zich in het donker een weg langs de rij. Gemompel alom. Hij moet naar het toilet. Alweer. En alsmaar dorst. De cabaretier reageert met een grap, onze zoon snelt naar de foyer.
De huisarts stuurt hem direct door naar het ziekenhuis. Diagnose: diabetes type 1. Ongeneeslijke auto-immuunziekte, zonder insuline geen leven, en grote kans op complicaties zoals blindheid en amputaties. Een bittere pil voor een tiener. Hij leert bloedglucosewaarden meten en zichzelf insuline inspuiten. Krijgt hypo’s en hypers. En beseft: er is geen ‘uit’-knop.
Toch blijft hij positief, haalt twee universitaire masters en is fervent roeier. Wat een kracht, wat een kanjer.