22 september meld ik me keurig op tijd bij de organisatie van de ikjesmarathon. Ze zijn echter uitgelopen en ik wandel even naar de kraam van Taalpodium op de boekenmarkt. Daar blijf ik iets te beleefd tegen een dichter die me over zijn bundel vertelt. Als ik bij het podium terugkeer wordt mijn naam al omgeroepen. Ik gooi mijn rugtasje op de grond en neem een grote stap het podium op en ga naast Hidde staan, die me nog een keer vraagt om naar het podium te komen. Hij kijkt naar de andere kant van het podium met het opstapje.
‘Ze staat naast je’, roept iemand uit het publiek.
Hilariteit.
Maar ik ben op tijd!