Traagheid is – helemaal terecht – een hoofdzonde. De vrouw die haar aankopen één voor één wegstopt in de zelf meegebrachte tas alvorens af te rekenen, de man die bij de bakker eerst wil weten wát er precies in elke koffiekoek zit om uiteindelijk twee pistolets te bestellen, de lift die gedienstig elke verdieping aandoet en uit voorzorg aankondigt open te zullen gaan voor dat effectief ook te doen… Ware beproevingen van mijn geduld, onwetende ontvangers van mijn stiekeme verwensingen, boosters van mijn cortisolniveau. Snelheid, dát is mijn naam! Geen acedia, accelereren ja! Ik snel overal naartoe. Telkens weer klok ik bij aankomst op school een betere tijd af. Dan hoor ik de directie supporteren: ‘Deze keer slechts vijf minuten te laat.’