Ik fiets door de stad, haastend naar mijn afspraak. De straat is smal en druk. Voor me fietst een oudere man, langzaam, zwalkend van links naar rechts. Ik druk kort op mijn bel. Geen reactie.
Nog een keer. Niets.
Ik voel irritatie opkomen, mijn hand gaat opnieuw naar de bel. Dan draait hij zich om, verbaasd, en kijkt me aan. Zijn blik is zacht, bijna verontschuldigend.
Langzaam schuift hij opzij, maakt ruimte. Ik fiets langs hem, knik kort, zonder iets te zeggen.
De bel klinkt nog na in mijn hoofd.