Gênant
Ik ben ook maar een puber. De liftdeuren in het hotel glijden zachtjes open. Een kille stilte vult de cabine. Ik stap naar binnen en kijk naar de man die al binnen staat. Hij houdt een telefoongesprek, duidelijk niet bedoeld voor mijn oren. ‘Ja, schatje... natuurlijk, jij bent de enige...’ Zijn stem daalt tot een fluistering terwijl hij me vluchtig aankijkt. Ik voel een steek van ongemak. Dan, uit het niets, gaat mijn telefoon af. Een harde, scherpe ringtone die de stilte doorbreekt. Ik kijk naar het scherm en zie de naam van mijn vriendin verschijnen. De man stapt abrupt uit bij de volgende verdieping, nog midden in zijn gesprek. Mijn ogen volgen hem, ik slik een lach in.
Hugo de God