Tijdens een gesprekje met een oudere buurtbewoner valt mijn oog op de grote tak die overdwars op de stoep ligt. Gevaarlijk, denk ik, daar zou de man straks lelijk over kunnen struikelen. Ik buk, raap de tak op en slinger deze in de bosjes.
Drie paar ogen staren mij aan. ‘Wat doe je nou!’, roept mijn man. ‘En hij had hem al de hele wandeling meegenomen’, zegt de buurtbewoner verbaasd. De bezitter van het derde paar ogen zwijgt, maar zijn blik is veelzeggend. Snel duik ik in de bosjes om de tak weer dwars op de stoep te leggen. Dan buk ik opnieuw. ‘Oh, sorry hond, sorry!’