Dag twee ben ik kotsmisselijk, voel onder mijn vel koorts opborrelen en mijn hoofdhuid zit pijnlijk strak. Met alle huismiddeltjes om me heen grijp ik niezend naar het zoveelste papiertje.
Slijm kwelt mijn longen ’s nachts.
Op de opleiding leerde ik ooit tapotage, dus klop ik mezelf op de borst. Het komt los.
Nieuwsgierig zoek ik op internet of dat nog bestaat bij de fysio. Nee, verouderd. Nu moet je gaan sporten om de longen op te schonen. En zout water snuiven, hoesten, flutteren en.. huffen.
‘Aha,’ zeg ik tegen mijn man, ‘nu weet ik hoe het heet wat ik altijd doe.’
‘Huffen..? Blaffen zal je bedoelen!’