Onderweg naar de schoolpoort roddelen wij met mijn vriendinnen. Niet over een jongen, niet over een meisje. Maar over een leerkracht, de leerkracht Frans. ‘Zo zagen’, zegt mijn vriendin. ‘Ze geeft te veel werk’, zeg ik dan. De conversatie gaat voor een tijdje door. Soms worden er erge dingen gezegd. Het is niet erg toch? De leerkracht is er toch niet, dus kan ze niks horen. Dat dachten wij eerst, tot we iemand achter ons horen stappen. ‘Het zal gewoon een leerling zijn die ook naar huis gaat’, dachten wij. We draaien ons om en toen werd het stil. O nee, we zullen een preek krijgen.