Bus
Vanmorgen haastte ik me, zoals altijd, richting de bushalte. De bus vertrok over 3 minuten, en natuurlijk had ik weer vertraging. Terwijl ik voorbij de fietsenstalling sprintte, zag ik een oude man die stoeide met zijn fiets, alsof hij een prijs moest winnen. De ketting lag eraf en hij was aan het klooien alsof het een puzzel van duizend stukjes was. Ik wilde doorlopen, maar de lieve ik in mezelf won het van de haast. ‘Zal ik helpen?’ vroeg ik, terwijl ik aan mijn horloge dacht. Hij knikte, opgelucht. Na wat geklungel zat de ketting erop. Mijn handen zaten onder het vet. De bus had ik gemist, maar zijn brede glimlach en mijn nieuwe ‘zwarte handschoenen’ maakten alles goed.
yentl